De stad die ik dacht redelijk te kennen blijkt nog zo veel meer gezichten te hebben — Hanneke van Dongen
Hoe kan ik nu uit al dat moois één verhaal of wandeling aanwijzen om over te schrijven? Het wandkleed met boodschap van Keetje Mans? De route van de blindengeleidehond? Het ontroerende verhaal van Joep Vossebeld over zijn oma? Elke observatie, elk verhaal heeft zijn eigen waarde. En voor de keuzestress toe kan slaan realiseer ik me wat er het hele boek door steeds is: het gevoel van de omslag onder mijn vingertoppen. Ik weet niet wat voor lamineerlaag er op het papier van de omslag zit, maar deze voelt als een juist met dure olie ingewreven zachte huid, zoals aan de binnenkant van polsen of dijen. De letters zijn ietsje hoger gedrukt, net als de lijntjes die de afbeeldingen omlijsten. Ik besef nu pas dat ik vanaf het eerste verhaal dat ik las, continu met mijn vingers over de omslag heb gewreven. De eerste keer dat ik de gids opende dacht ik even dat er lijmresten of iets anders dat er niet hoorde op de omslag plakte. Ik sloeg het boek dicht en inspecteerde de achterkant. ‘Getsie wat is dat?’ sloeg om naar ‘Oh het hoort zo.. lekker!’ Het aaien van de buitenkant tijdens het lezen gaf onbewust een extra dimensie aan de inhoud.
Hiermee vat de omslag behalve veel zinnenprikkelende observaties, wat mij betreft ook de kern van Marres samen. Mensen zijn gewend te oordelen. Als dit oordeel niet blijkt te kloppen, ontstaat er ruimte voor nieuwe verwondering.
Hanneke van Dongen
September 2018